Geen schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn omdat belastingwetgeving van Curaçao die mogelijkheid niet kent

ANNOTATIE NTFR 2024/193

23 januari 2024

Belastingzaken dienen binnen een redelijke termijn te worden behandeld. Dat vloeit o.a. voort uit de Nederlandse wetgeving en art. 6 EVRM, dat het recht op een eerlijk proces waarborgt. Het recht op behandeling van de zaak binnen een redelijke termijn geldt zowel voor zaken over belastinggeschillen als zaken waarin een fiscale boete aan de orde is. 

De redelijke termijn: immateriële schadevergoeding

Als een procedure niet binnen de redelijke termijn is behandeld, dan kan de belastingplichtige daarvoor een immateriële schadevergoeding krijgen. In de rechtspraak zijn hiervoor kaders geschetst. Die kaders komen er kort gezegd op neer dat voor de behandeling van een zaak in bezwaar en beroep 2 jaar een redelijke termijn is en de behandeling in hoger beroep eveneens een redelijke termijn van 2 jaar geldt (zie Hoge Raad 22 april 2005, ECLI:NL:HR:2005:AO9006). Als dat wordt overschreden, dan wordt verondersteld dat een belastingplichtige spanning en frustratie heeft geleden. Daarvoor kan een immateriële schadevergoeding worden gegeven.

De redelijke termijn: matiging van de boete

Voor de boete geldt eveneens een redelijke termijn. Dit is gebaseerd op artikel 6 EVRM, waaruit o.a. volgt dat zaken binnen een redelijke termijn moeten worden berecht. Als de redelijke termijn wordt overschreden, kan dit aanleiding zijn voor de belastingrechter om de boete te matigen. Dit is volgens de Hoge Raad afhankelijke van de mate van overschrijding van de redelijke termijn (zie Hoge Raad 22 april 2005, ECLI:NL:HR:2005:AO9006).

Het uitgangspunt is door de Hoge Raad geformuleerd in een arrest uit 2008, waaruit volgt dat een boetematiging volgt van 5% als de termijn met 6 maanden of minder is overschreden en een matiging van 10% als de termijn met meer dan 6 maar minder dan 12 maanden is overschreden. Daarbij oordeelde de Hoge Raad dat de vermindering in die gevallen niet meer bedraagt dan € 2.500 en geen vermindering wordt toegepast als de boete minder dan € 1.000 bedraagt. In zo’n geval kan worden volstaan met het oordeel dat de redelijke termijn is overschreden. Als de redelijke termijn met meer dan 12 maanden is overschreden, moet de rechter naar bevind van zaken handelen (HR 19 december 2008, ECLI:NL:HR:2008:BD0191).

Een immateriële schadevergoeding in Curaçaose zaken?

De Hoge Raad oordeelde op 19 januari 2024 over een Curaçaose belastingzaak, waarin een belastingplichtige verzocht om een immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in de belastingzaak en ten aanzien van de boete. De Hoge Raad oordeelde dat in de Curaçaose wetgeving geen grondslag is te vinden voor het toekennen van een immateriële schadevergoeding in een belastinggeschil, maar dat wel een boetematiging kan plaatsvinden als de redelijke termijn is overschreden.

Tot slot

Voor het tijdschrift NTFR schreef ik over dit arrest van de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2024:50).

Meer weten?

Lees de annotatie te vinden via NTFR 2024/193. 

Door deze website te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies. Cookies worden gebruikt om jou een goede ervaring te bieden en de website effectief te laten werken.