Verhoorbijstand in strafzaken: bewijsuitsluiting bij schending van dit recht?

25 februari 2025

Op 4 februari 2025 oordeelde de Hoge Raad over o.a. verhoorbijstand in strafzaken [1]. De verdachte had een verklaring afgelegd zonder dat hij bijstand had van een advocaat bij het verhoor. De vraag is dan of en zo ja welk gevolg hieraan moet worden verbonden?

De feiten en de uitspraak van het hof

Op 9 september 2015 was de verdachte verhoord, waarbij hij is gewezen op zijn recht om voor aanvang van het verhoor een advocaat te spreken. Daarop zou de verdachte hebben verklaard dat hij met zijn advocaat heeft gesproken. Tijdens het verhoor heeft de verdachte vervolgens geen verhoorbijstand gehad. 

De verdediging bepleitte bij het gerechtshof dat de verklaring van de verdachte van het bewijs moest worden uitgesloten, nu de verdachte geen bijstand tijdens het verhoor heeft gehad. Het hof oordeelt uiteindelijk dat, gelet op diverse omstandigheden en afwegingen, de conclusie is dat de “overall fairness” van de procedure niet in het gedrang komt door het gebruik van de verklaring van de verdachte over zijn telefoonnummer.

Recht op verhoorbijstand

De Hoge Raad oordeelde in 2015 dat het ontbreken van rechtsbijstand bij verhoor onder omstandigheden kan worden aangemerkt als een schending van art. 6 EVRM.  De Hoge Raad neemt als vertrekpunt dat een aangehouden verdachte het recht heeft op verhoorbijstand, behoudens het bestaan van dwingende redenen om dat recht te beperken. De verdachte kan uitdrukkelijk dan wel stilzwijgend afstand doen van het recht. De verdachte moet voorafgaand aan het verhoor op het recht op verhoorbijstand worden gewezen. Dit recht heeft niet alleen betrekking op het eerste verhoor, maar ook op alle volgende verhoren [2].

Dit arrest uit 2015 is herhaald in het arrest uit 2019. Het niet (binnen redelijke grenzen) bieden van gelegenheid tot het raadplegen van een advocaat levert in beginsel een vormverzuim op. Na een daartoe strekkend verweer dient dit in de regel te leiden tot bewijsuitsluiting. De afwezigheid van een advocaat bij verhoor kan ook worden gecompenseerd door bijv. strafvermindering of de enkele constatering van het verzuim [3].

Verhoorbijstand anno 2025

In het arrest uit 2025 herhaalt de Hoge Raad de arresten uit 2015 en 2019 en geeft daarmee de actualiteit van die arresten aan. De Hoge Raad verwijst naar hetgeen het hof heeft vastgesteld: de verdachte heeft een verklaring afgelegd tijdens het verhoor, zonder dat een advocaat aanwezig was. De verdachte heeft geen afstand gedaan van het recht op verhoorbijstand en er is niet gebleken van dwingende redenen om dat recht te beperken. Vervolgens betrekt het hof factoren die zijn ontleend aan EHRM-rechtspraak om te beoordelen of nog steeds sprake is van een recht op een eerlijk proces. Volgens de Hoge Raad getuigt dit oordeel van het hof niet van een onjuiste rechtsopvatting en is dit niet onbegrijpelijk.

De door het hof gehanteerde factoren betreffen:

  1. Of de verhoorders opzettelijk of grofschuldig hebben gehandeld ten aanzien van het recht op verhoorbijstand? Konden zij in 2015 bedacht zijn op het recht op verhoorbijstand (gelet op de rechtspraak die de Hoge Raad pas later wees);
  2. De verdachte heeft geen verhoorbijstand gekregen, maar heeft wel een advocaat gesproken voorafgaand aan het verhoor zodat de advocaat hem kon informeren over zijn rechtspositie. De restricties op het recht op verhoorbijstand zijn daardoor beperkt gebleven;
  3. Er is niet gebleken van een bijzondere kwetsbaarheid die het gevolg is van geestelijke capaciteiten, bijzondere omstandigheden waar hij op dat moment in verkeerde of anderszins;
  4. De verklaring (over het telefoonnummer) is beknopt en feitelijk van aard, waarbij de verdachte het telefoonnummer desgevraagd zelf noemde. De verklaring was daardoor overzichtelijk;
  5. De verdediging heeft de bruikbaarheid van de verklaring in de strafprocedure aan de orde kunnen stellen;
  6. De verdachte heeft de verklaring over het telefoonnummer niet op een later moment ingetrokken. Er is ook niet gebleken dat moet worden getwijfeld aan de betrouwbaarheid van de verklaring of dat er anderszins ongeregeldheden zich hebben voorgedaan;
  7. Het door de verdachte genoemde telefoonnummer is niet meer dan een schakel in een meer omvattende bewijsconstructie, waarin ook ander bewijsmateriaal een wezenlijke rol vervult.

Tot slot

De verdachte heeft recht op verhoorbijstand – dat is het uitgangspunt. Er zijn redenen waarop dit recht kan worden beperkt. Als het recht is geschonden, dan is de vervolgvraag welke consequentie daaraan moet worden verbonden? Voor een antwoord op die vraag zijn diverse feiten en omstandigheden van belang, omdat moet worden beoordeeld of door de schending nog sprake is van een eerlijk proces in de zin van art. 6 EVRM.

—————————————————-

[1] Hoge Raad 4 februari 2025, ECLI:NL:HR:2025:181.

[2] Hoge Raad 22 december 2015, ECLI:NL:HR:2015:3608.

[3] Hoge Raad 17 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:1985.

Door deze website te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies. Cookies worden gebruikt om jou een goede ervaring te bieden en de website effectief te laten werken.