Zuiver schuldonderzoek van de Belastingdienst: heroverweging wetsvoorstel na kritiek

20 september 2024

Naar aanleiding van Prinsjesdag afgelopen dinsdag is de maatregel voor een zuiver schuldonderzoek door de Belastingdienst ingetrokken. Dit is gebeurd naar aanleiding van kritiek van de Afdeling advisering van de Raad van State. Het voorgestelde nieuwe artikel 67h AWR (nu vernummerd naar art. 67i AWR) was bedoeld om de inspecteur expliciete bevoegdheden te geven voor het vorderen van gegevens en inlichtingen om bestuurlijke boetes op te leggen. Hierover schreef ik reeds eerder een blog. Gelet op de nieuwe ontwikkeling, bespreek ik in dit blog de achtergrond en implicaties van dit besluit.

Wat is een zuiver schuldonderzoek van de Belastingdienst?

Een zuiver schuldonderzoek houdt in dat de Belastingdienst onderzoek kan doen om te bepalen of er voldoende grond is voor het opleggen van een bestuurlijke boete. Duidelijkheid over de rechten van belastingplichtigen is hierbij cruciaal. Dit betreft onder andere de verplichting om informatie te verstrekken en het recht om niet mee te werken aan de eigen veroordeling (nemo tenetur-beginsel), het zwijgrecht en het recht op cautie.

Het wetsvoorstel voor artikel 67i AWR zou de inspecteur expliciete bevoegdheden geven om tijdens een zuiver schuldonderzoek gegevens te vorderen om daarmee bewijs te vergaren voor het kunnen opleggen van fiscale boetes. Volgens het Kabinet is dit een reeds bestaande bevoegdheid, maar daarover is de nodige discussie. De vraag is of er überhaupt een dergelijke bevoegdheid voor de inspecteur reeds bestaat, en als dat al zo is, wat de wettelijke basis dan is.

Het kabinet achtte het belangrijk om, omwille van de rechtszekerheid, deze bevoegdheid te verduidelijken. Het voorgestelde wetsartikel zou inspecteurs de mogelijkheid geven om ook voor boeteoplegging gegevens op te vragen.

Kritiek van de Afdeling op het wetsvoorstel Fiscale verzamelwet 2025

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft kritiek geuit op het wetsvoorstel. De kern van de kritiek is dat de maatregel in zijn huidige vorm onduidelijk is over wat precies wilsafhankelijk en wilsonafhankelijk materiaal is. Dit onderscheid is van cruciaal belang in fiscale en strafrechtelijke procedures. De reden hiervoor is dat belastingplichtigen op grond van het nemo tenetur-beginsel niet verplicht kunnen worden om mee te werken aan hun eigen veroordeling. Dit principe wordt beschermd door artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Belastingplichtigen hoeven dus geen verplichte medewerking te verlenen voor zover dit betrekking heeft op wilsafhankelijk materiaal. Wat hieronder wordt verstaan in de zin van het voorgestelde wetsartikel, is voor de Afdeling (en anderen die hierover kritiek hebben geuit in de literatuur) onduidelijk.

Volgens de Afdeling moet ook duidelijk worden onderscheiden wanneer sprake is van verboden ‘fishing expeditions’. Als een belastingplichtige feitelijk wordt gedwongen om te verklaren over welke documenten er zouden bestaan en bewijs te leveren, dan valt dat volgens de Afdeling ook onder de reikwijdte van het nemo tenetur-beginsel.

Daarnaast heeft de Afdeling kritiek op de voorgestelde sancties als de belastingplichtige geen medewerking verleend aan het zuiver schuldonderzoek van de Belastingdienst. De Afdeling adviseert om de maatregel niet op deze wijze in te voeren.

Waarom moet de maatregel voor een zuiver schuldonderzoek worden heroverwogen?

Afgelopen dinsdag, 17 september jl., op Prinsjesdag is een nader rapport inzake het wetsvoorstel Fiscale Verzamelwet [1] gepubliceerd, waaruit volgt dat het wetsvoorstel deels moet worden heroverwogen.

Het kabinet besloot de maatregel voor het wettelijke verankeren van een fiscaal schuldonderzoek door de Belastingdienst niet in de Fiscale verzamelwet op te nemen vanwege de kritiek van de Afdeling. Hierbij is herhaald dat sprake is van een reeds bestaande bevoegdheid, en acht het in het kader van de rechtszekerheid wenselijk dat de bevoegdheid wordt geëxpliciteerd. Van belang is ook dat het kabinet erkent dat het gaat informatievergaring in het kader van een criminal charge en dat het nemo tenetur-beginsel van toepassing is. “De voorgestelde maatregel vergt daarom een duidelijkere afweging met betrekking tot de werking en reikwijdte van rechtsbeginselen en mensenrechten. Rechtsbeginselen en mensenrechten wegen voor het kabinet zwaar. Het kabinet kan de Afdeling dan ook volgen in haar advies de voorgestelde maatregel te voorzien van een uitgebreidere toelichting en haar stelling dat de maatregel zich minder goed leent voor opname in een Fiscale verzamelwet”. 

Het kabinet zal bekijken in welk ander wetsvoorstel de maatregel in een aangepaste vorm en met inachtneming van de kritiek van de Afdeling kan worden opgenomen, waarbij de rechten van belastingplichtigen beter worden gewaarborgd en er meer duidelijkheid komt over de werking van de maatregel.

Gevolgen voor belastingplichtigen

Voor belastingplichtigen betekent het intrekken van dit voorstel voor het expliciteren van een zuiver schuldonderzoek van de Belastingdienst dat er voorlopig geen expliciete bevoegdheden voor de Belastingdienst komen. Dit doet er niet aan af dat volgens het kabinet sprake is van een reeds bestaande bevoegdheid, waarbij het voorgestelde zuiver schuldonderzoek in de Fiscale verzamelwet 2025 een explicitering was. De discussie blijft aldus nog bestaan of er een grondslag is voor de inspecteur voor het verrichten van een zuiver schuldonderzoek en zo ja, wat die grondslag is.

Ongeacht of de bevoegdheid bestaat, blijft de discussie over de grens tussen het opvragen van informatie die relevant kan zijn voor de belastingheffing en boeteoplegging relevant. Het is belangrijk om als belastingplichtige bewust te zijn van de rechten die er bijv. op grond van art. 6 EVRM zijn, zoals het nemo tenetur-beginsel. 

Conclusie

Hoewel het kabinet het de maatregel voor een zuiver schuldonderzoek heeft ingetrokken, zal de discussie over de informatieverplichtingen en het nemo tenetur-beginsel blijven bestaan. Het is duidelijk dat de balans tussen fiscale handhaving van de Belastingdienst en de rechtsbescherming van belastingplichtigen complex is en nauwkeurig moet worden afgewogen. 

Wilt u meer weten over de impact van dit besluit op belastingplichtigen of heeft u te maken met een zuiver schuldonderzoek en weet u niet of alle waarborgen in acht zijn genomen? Neem dan contact op.

——————————–

[1] Brief Staatssecretaris van Financiën van 17 september 2024, kenmerk: 2024-0000390283.

Door deze website te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies. Cookies worden gebruikt om jou een goede ervaring te bieden en de website effectief te laten werken.