Bestuursrechtelijke afdoening leidt tot sepot strafzaak

26 augustus 2024

In een zaak over een presentator die als verdachte in een strafrechtelijk onderzoek naar voren kwam, heeft het Openbaar Ministerie besloten om het strafrechtelijk onderzoek te seponeren omdat de zaak al op een passende wijze bestuursrechtelijk zou zijn afgedaan. Dit blijkt uit een persbericht [1] van 10 juli 2024 op de website van het Openbaar Ministerie.

AAFD en BBBB: bestuursrechtelijk of strafrechtelijk?

In par. 15, lid 5 van het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst (BBBB) is opgenomen dat het AAFD Protocol de voorschriften bevat voor het maken van een keuze tussen bestuursrechtelijke of strafrechtelijke sanctionering.

Vervolgens is in par. 15, lid 6 BBBB bepaalt dat (ten behoeve van uitvoering van het AAFD Protocol 2023) de belastinginspecteur een vermoeden van een strafbaar feit meldt bij de boete-fraudecoördinator als het nadeel tenminste € 20.000 bedraagt. Vervolgens bepaalt de boete-fraudecoördinator of voor dit nadeelbedrag sprake is van opzet.

Omdat er 1 weg moet worden gekozen, sluit het opleggen van een bestuurlijke boete in beginsel een strafvervolging voor hetzelfde feit uit (art. 243, lid 2 Wetboek van Strafvordering en par. 15, lid 7 BBBB – tenzij sprake is van nieuwe bezwaren). Andersom sluit een strafvervolging in beginsel het opleggen van een bestuurlijke boete uit (art. 5:44 Awb). Hierbij is bepaald dat als de inspecteur weet dat een gedraging onderwerp is of kan zijn van een opsporingsonderzoek of een strafvervolging, de inspecteur het opleggen van een vergrijpboete aanhoudt (par. 15, lid 8 BBBB).

Het AAFD Protocol: kiezen voor strafrechtelijke afdoening?

In het AAFD Protocol zijn in par. 2.1 de aanmeldingscriteria opgenomen. Bij een nadeel van € 100.000 of meer en een vermoeden van opzet, wordt de zaak aangemeld voor mogelijke strafrechtelijke afdoening. Bij een nadeel lager dan € 100.000 of als het nadeel onvoldoende bepaalbaar is, dan kan alsnog strafrechtelijke afdoening plaatsvinden als sprake is van een vermoeden van opzet en een of meerdere aanvullende wegingscriteria.

Er is een ruime bevoegdheid voor het Openbaar Ministerie om al dan niet tot strafvervolging te beslissen. Het is echter ook mogelijk dat na een strafrechtelijk onderzoek wordt besloten om bijv. geen dagvaarding uit te vaardigen of geen transactie of strafbeschikking overeen te komen.

Sepot strafzaak?

Het Openbaar Ministerie kan besluiten om een strafzaak niet of niet verder te vervolgen. Als het Openbaar Ministerie besluit om niet (verder) te vervolgen, noemen we dat het seponeren van een strafzaak. Het Openbaar Ministerie heeft hiertoe de bevoegdheid, op grond van het opportuniteitsbeginsel (art. 167, lid 2 Wetboek van Strafvordering). Per 1 juli 2022 is de ‘Aanwijzing sepot en gebruik sepotgronden’ herzien [2]. 

Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen technische sepots en beleidssepots. Bij technische sepots kan niet worden vervolgd of is een vervolging niet haalbaar. Bij een beleidssepot is vervolging (wel) mogelijk, maar is het op gronden ontleend aan het algemeen belang niet wenselijk. Er zijn diverse sepotcodes, zoals:

Technisch sepot

  • 01 ten onrechte als verdachte aangemerkt;
  • 02 onvoldoende bewijs;
  • (…)
  • 08 bestuurlijke boete; strafrechter niet bevoegd.

Beleidssepot

  • 20 anders dan strafrechtelijk ingrijpen prevaleert;
  • (…)
  • 40 gering feit
  • 41 gering aandeel in het feit
  • 42 geringe strafwaardigheid van het feit
  • 43 oud feit
  • (…)
  • 50 leeftijd
  • 51 recente bestraffing
  • (…)

Persbericht Openbaar Ministerie: sepot strafzaak

In een persbericht van 10 juli 2024 stelde het Openbaar Ministerie dat een presentator in 2018 als verdachte in beeld kwam, tijdens een strafrechtelijk onderzoek naar een belastingadviseur en diens cliënten. De presentator had in de jaren 2009 tot en met 2017 geen aangifte inkomstenbelasting in Nederland gedaan, omdat hij s telde dat hij meende (fiscaal) in het buitenland te wonen (op 1 maand in 2018 na). Daar waren de Belastingdienst en het Openbaar Ministerie het niet mee eens: omdat hij zijn werkzaamheden in Nederland verrichtte, zijn sociale leven hier had en een woning had, zou hij in Nederland (fiscaal) woonachtig en dus belastingplichtig zijn.

Tijdens het onderzoek van de Belastingdienst zou de presentator openheid van zaken hebben gegeven en zou vanaf het jaar 2014 de verschuldigde inkomstenbelasting alsnog betalen. Daarbij zou ook een boete van 50% worden betaald over het jaar 2018.

Op de website van het Openbaar Ministerie staat: “Het OM heeft besloten, na meerdere gesprekken met de verdachte en zijn raadsman, de zaak tegen de presentator te seponeren. De zaak is op passende wijze bestuursrechtelijk afgedaan. Bij een efficiënte strafrechtspleging hoeft niet iedere fiscale strafzaak aan de rechtbank voorgelegd te worden. Wel meent het OM dat de maatschappij geïnformeerd dient te worden over deze afdoening, middels dit persbericht, vanuit preventief oogpunt. Gelet op al het bovenstaande, stelt het OM dat deze afdoening in deze strafzaak passend is.”

Vermoedelijk is hier de sepotcode ’08 bestuurlijke boete; strafrechter niet bevoegd’ of ’20 anders dan strafrechtelijk ingrijpen prevaleert’ toegepast.

Tot slot

Een ingesteld strafrechtelijk onderzoek betekent niet automatisch dat dit ook leidt tot een strafvervolging en dagvaarding om ter zitting te verschijnen. Er zijn ook buitengerechtelijke afdoeningsmogelijkheden mogelijk of er kan worden besloten tot een sepot van de strafzaak – zoals dit persbericht van het Openbaar Ministerie laat zien.

——————————

[1] ‘Presentator erkent onjuiste belastingaangifte’, OM.nl 10 juli 2024. 

[2] Aanwijzing sepot en gebruik sepotgronden, 2022A004, Stcrt. 2022, 16129.

Door deze website te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies. Cookies worden gebruikt om jou een goede ervaring te bieden en de website effectief te laten werken.