Europees Openbaar Ministerie (EOM)
Wat is het Europees Openbaar Ministerie?
Het Europees Openbaar Ministerie is een onafhankelijk orgaan van de Europese Unie dat is belast met het onderzoeken, opsporen en vervolgen van strafbare feiten die de financiële belangen van de Europese Unie kunnen schaden. Denk daarbij aan fraude, witwassen en meer specifiek btw-(carrousel)fraude.
Door middel van een Verordening [1] is het EOM ingesteld en vanaf 1 juni 2021 is het EOM operationeel. Meer informatie over de European Public Prosecutor’s Office (EPPO) kan worden gevonden via de website van de EPPO. Uit het EPPO jaarrapport over 2023 volgt dat er € 11,5 miljard is gelinkt aan grensoverschrijdende btw-fraude.
Uit de bewoordingen van de European Chief Prosecutor wordt doelstelling van het EOM in duidelijke taal kenbaar gemaakt: “‘If we want to seriously affect criminals’ ability to operate, let alone grow and expand their activities, we must take white-collar criminals out of the equation. Our strategy should be to cripple the financial capacity of the serious organised crime groups. We are here to help“.
Nederland neemt deel aan het EOM
Met de Invoeringswet EOM [2] heeft Nederland de wet- en regelgeving aangepast aan de inwerkingtreding van het EOM (bij nader te bepalen datum van inwerkingtreding; te weten [3].
Omdat de bevoegdheid van het EOM zich richt op de opsporing van financiële fraude, zal het soort zaken zich inhoudelijk laten onderverdelen in 3 categorieën: fraude met EU-subsidies, fraude met invoerrechten en btw-fraude. De opsporing van die fraude behoort in Nederland tot de taak van de bijzondere opsporingsdiensten. Daarom zal in de eerste plaats de FIOD en de NVWA het EOM ondersteunen. De meeste zaken die het EOM oppakt, zullen door een officier van justitie van het Functioneel Parket (van het Openbaar Ministerie) worden afgehandeld, maar dan in de hoedanigheid van Europees gedelegeerd aanklager. De Europees gedelegeerd aanklager ontleent de onderzoeks- en vervolgingsbevoegdheden aan het nationale recht [4].
Nederland neemt deel aan het EOM en heeft in 2024 in totaal 2 Europees gedelegeerde aanklagers.
Onderzoek door Nederlands gedelegeerd aanklager of gedelegeerd aanklager van een andere lidstaat?
Van belang is om na te gaan of sprake is van een EOM-onderzoek onder leiding van een Nederlands gedelegeerd aanklager van het Europees Openbaar Ministerie of een EOM-onderzoek onder leiding van een gedelegeerd aanklager van een andere lidstaat. Het is mogelijk dat een gedelegeerd aanklager van een andere lidstaat (bijv. België) aan de Nederlandse gedelegeerd aanklager van het Europees Openbaar Ministerie verzoekt om onderzoeksmaatregelen uit te voeren.
In zo’n geval is wordt de onderzoeksmaatregel wel uitgevoerd door de Nederlands gedelegeerd aanklager, maar vindt het EOM-onderzoek plaats onder leiding van de Belgische gedelegeerd aanklager. Als dan wil worden geklaagd over de doorzoeking, of de teruggave van inbeslaggenomen goederen etc., dan dient u zich tot een (in dit geval) Belgische advocaat te wenden die zich daarvoor op grond van het Belgische recht beklaagt bij de betreffende instanties. Dat kan dan niet in Nederland [5].
Dit is anders als de Nederlands gedelegeerd aanklager (ook) een strafrechtelijk onderzoek instelt. Het is dus mogelijk dat u betrokken raakt bij twee strafrechtelijke onderzoeken, te weten één onder leiding van de (uit het voorbeeld hiervoor) Belgische gedelegeerd aanklager en één onder leiding van de Nederlands gedelegeerd aanklager.
Raadpleeg een advocaat
Als u betrokken raakt bij een onderzoek van het Europees Openbaar Ministerie of als verdachte wordt aangemerkt, is het raadzaam om een advocaat te raadplegen.
Elke zaak is anders, dus het vereist maatwerk om te bekijken welke stappen het beste kunnen worden gezet om zo de best mogelijke verdediging te kunnen voeren. Aangezien een EOM-onderzoek vaak om financiële fraude gaat, is een advocaat met kennis van twee rechtsgebieden (belastingrecht en strafrecht) belangrijk.
Een expertise ten aanzien van zowel het belastingrecht als het strafrecht draagt bij aan het voeren van een optimale verdediging. Er zijn immers veel specifieke aspecten die in de verdediging kunnen worden betrokken.
—————————————————————————————–
[1] Verordening van 12 oktober 2017 (EU) 2017/1939.
[2] Stb. 2021, 155.
[3] Stb. 2021, 221.
[4] Zie Kamerstukken II 2019/20, 35 429, nr. 3, p. 6-7.
[5] Zie bijv. Rb. Rotterdam 23 januari 2024, ECLI:NL:RBROT:2024:533.
