Het zuiver schuldonderzoek bezien in het licht van het nemo tenetur-beginsel: problematisch?
ARTIKEL TFB 2024/11.
5 april 2024
De inspecteur heeft op grond van de wet bevoegdheden om onderzoek te verrichten in het kader van de belastingheffing. De inspecteur heeft daarnaast ook de bevoegdheid om boetes op te leggen. De bewijslast voor dat sprake is van een beboetbaar feit rust op de inspecteur. Daarvoor kan de inspecteur een zuiver schuldonderzoek verrichten. De vraag is of er op dit moment een grondslag is voor het verrichten van een dergelijk schuldonderzoek? Hierover is in de ter consultatie aangeboden Fiscale Verzamelwet 2025 een voorstel gedaan voor het wijzigen van artikel 67h AWR, om zo een bevoegdheid voor de inspecteur te creëren om een zuiver schuldonderzoek te verrichten.
Het zuiver schuldonderzoek en de Fiscale Verzamelwet 2025
Een zuiver schuldonderzoek betreft een onderzoek naar de (mate van) schuld van een belastingplichtige en zal de inspecteur in de regel willen verrichten om te bezien of een boete wordt opgelegd, welke boete wordt opgelegd en hoe hoog de boete is die wordt opgelegd.
Het voorstel tot wijziging van art. 67h AWR is opgenomen in de Fiscale verzamelwet over het jaar 2025. Totdat een wijziging van de wet plaatsvindt, is de vraag of er op dit moment een grondslag is voor de inspecteur om een zuiver schuldonderzoek te verrichten. Over die vraag heeft de Belastingdienst een standpunt ingenomen in een (in 2023 gepubliceerd) kennisgroepstandpunt. Volgens de Belastingdienst kan een zuiver schuldonderzoek plaatsvinden op grond van bijv. art. 47 AWR (de fiscale inlichtingenverplichting).
Aan dit in 2023 gepubliceerde kennisgroepstandpunt van de Belastingdienst ging een ander(sluidend) kennisgroepstandpunt vooraf. Op grond van dat eerdere, ingetrokken, kennisgroepstandpunt zou een zuiver schuldonderzoek niet kunnen plaatsvinden op grond van art. 47 AWR. De vraag blijft (dus) of de inspecteur een dergelijk schuldonderzoek kan verrichten en wat daarvoor de basis is.
Rechtsbescherming
Voor een belastingplichtige is van belang om te weten of de inspecteur nu een schuldonderzoek mag uitvoeren en wat daarvoor de basis is. Want dan kan de belastingplichtige ook de hem toekomende rechtsbescherming inroepen. Nu blijft onduidelijk of er een grondslag is en zo ja, wat die grondslag dan is.
Als sprake is van een zuiver schuldonderzoek zal een belastingplichtige zich mogelijk willen beroepen op het zwijgrecht of het recht om niet te hoeven meewerken aan de eigen veroordeling (nemo tenetur-beginsel). Voor die rechtsbescherming lijkt nu in het wetsvoorstel (Fiscale verzamelwet 2025) weinig aandacht te zijn.
Hoe verder?
Het wetsvoorstel is op 21 augustus 2023 ter internetconsultatie aangeboden. De internetconsultatie is volgens op 18 september 2023 gesloten. In de tussenliggende tijd hebben diverse organisaties op het wetsvoorstel gereageerd, waaronder de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB) en de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA). Ook zijn in de afgelopen periode diverse bijdragen in de vakliteratuur verschenen, waarin kritiek is geuit op het wetsvoorstel (waaronder ook het artikel dat ik schreef voor het TFB).
De kritiek ziet met name op het gebrek aan rechtsbescherming (cautie? nemo tenetur-beginsel?). Ook vertoont het voorgestelde art. 67h AWR veel gelijkenissen met de informatieverplichting uit art. 47 AWR en stelt de Belastingdienst zich op het standpunt dat een zuiver schuldonderzoek op dit moment kan plaatsvinden op grond van art. 47 AWR. Maar op niet-nakoming van de informatieverplichting van art. 47 AWR staan diverse sancties gesteld (waaronder een strafvervolging). Het is per definitie zo dat een belastingplichtige niet kan worden gedwongen mee te werken aan de eigen veroordeling. Het is dus niet denkbaar dat een zuiver schuldonderzoek kan worden gebaseerd op art. 47 AWR.
Het laatste woord is hier nog niet over gezegd. De tijd zal leren hoe dit in de praktijk verder uitwerkt en of het wetsvoorstel wordt aangepast.
Tot slot
In het artikel dat ik schreef voor het Tijdschrift Formeel Belastingrecht ga ik in op het zuiver schuldonderzoek, de Fiscale verzamelwet 2025 en de waarborgen die een belastingplichtige heeft tijdens een dergelijk schuldonderzoek. Moet de inspecteur de belastingplichtige wijzen op zwijgrecht (de cautie geven)? En hoe ver strekt het recht om niet mee te hoeven aan de eigen veroordeling?
Meer weten?
Het artikel is te raadplegen via SDU en te vinden via TFB 2024/11.


